15 - Het mysterie ontvouwt zich

Hoi An, Vietnam

Na een uur scheurend van linkerbaan naar rechterbaan te vliegen, chauffeur met één hand op het stuur en één hand op de claxon, komen we in de stilte aan op het platteland net buiten Hoi An, Vietnam. Fijn om er trouwens na 38 jaar achter te komen dat je, ondanks alle koppigheid door autocorrect continue te corrigeren, je Vietnam zonder trema schrijft, maar dat geheel terzijde. Een kale vrouw in fijn, grauw kostuum verwelkomt ons met een grote glimlach in het Vietnamees (nope, nog steeds geen trema). We hebben echt geen flauw idee wat ze bedoelt, waar onze kamer is, is zij de host, zijn er nog andere mensen? Het wordt een spelletje Cluedo voor gevorderden, waar na elke raadselachtige clue er alleen maar meer vraagtekens zullen komen. De eerste hint kregen we online, want we zijn hier natuurlijk niet zomaar gedropt. We zijn hier op een homestay, een plek waar we bij een familie op het terrein zullen overnachten, eten en samen zullen zijn. Een plek waar we vanuit Maleisië zo op zoek naar waren: lokaal contact, onderdompelen in een andere cultuur en een plek waar Zola in het groen kan spelen. Het toneel: een prachtig sereen landhuis, gelegen tussen een zijarm van de rivier en een doodlopend pad. Het huis heeft een open veranda en alle houten luiken en deuren zijn geopend. De lege woonkamer kan tot eetkamer omgetoverd worden door matjes op de vloer te leggen.

De volgende hint krijgen we als we een rondje door het dorp wandelen. We horen een enorm kabaal, een vrouwenstem galmt door overstuurde speakers een soort mantra. Het komt uit een tempel, waar een grote groep nonnen met kaal hoofd, in zo'n zelfde fijn, grauw pak samen zitten. Eenmaal terug dwarrelen er al meer mensen rond het huis. De hoofdrolspelers stellen zich met een hoop rook en mysterie één voor één aan ons voor. Met naam, of zonder naam met een glimlach, of zonder naam en zonder glimlach. Er loopt een jongen rond, een vrijwilliger, die bedachtzaam raadselachtig Engels spreekt. Er is een manager, een man, die samen met zijn modieuze vrouw hier in dit huis woont. Ik heb alleen geen idee waar. Na een potje Hints komen we er achter dat de man graag foto's van de paspoorten wilt. Er lopen twee stokoude mensen rond, ze spreken met weinig woorden soms Engels en dan weer Duits. De eigenaren van het huis zullen we niet ontmoeten. Ze zouden een school hebben gebouwd, volgens het bosschool principe (hoewel Rudolf Steiner ook werd genoemd, de grondlegger van de antroposofie en de vrije school). En er is een vriendelijke vrouw, die wel Engels spreekt, maar hier niet blijkt te wonen. En als laatste rent er nog een jongetje rond, twee jaar ouder dan Zola, dat haar zoontje is. De figuranten die het huis in en uit lopen laat ik maar even achterwege.

We slapen in een houten hut op palen in de tuin, naast een andere open kamer waar een tafeltje met een laptop en een stapeltje papieren staat. De manager zie ik er 's avonds aan werken en hoogstwaarschijnlijk slaapt 's nachts daar de vrijwilliger. Zeker weten doe ik het niet, want als wij naar bed gaan, gaan zij mediteren en 's ochtends vroeg om 04:00, als wij net in slaap zijn gevallen nadat de kikkers eindelijk stil zijn, zijn de hoofdrolspelers al wakker geworden voor een uur meditatie en het uitgebreid koken van het heerlijke, uitgebreide, warme veganistische ontbijt. Voor het eten pakt iedereen elkaars hand vast, sluit de ogen en fluistert iemand een dankwoord.

We zijn vandaag uitgenodigd om te kijken op de bosschool. De twee oudere mensen blijken waarnemers van het Duitse schoolsysteem te zijn en worden elke ochtend opgehaald om verschillende scholen in de omgeving, van het zelfde systeem, te bekijken en adviseren. We kijken met open ogen rond. Er zijn twee houten gebouwen op palen waar in de ene de jongsten en de andere de oudsten samen zitten. Er is een prachtige houten aula met grote raampartijen waar iedereen meerdere malen per week yoga krijgt, mediteert en aan martial arts doet. Er wordt getimmerd, veel buiten gespeeld, er is een groentetuin waar in gewerkt wordt. We zouden willen dat wij zo'n school hadden gehad.

Met de dagen verdwijnt de rook, maar blijft de mysterie. Ik heb nog steeds geen idee wie wie is, wat voor werk de mensen nou doen, hoe de relaties in elkaar zitten, wie hier nou wel of niet slapen of logeren. Ik kom er ook achter dat die vragen of hoe wij die zouden invullen, nogal westers zijn. Net als mijn vraag wat het doel van mediteren is. Mijn laatste idee: het is een bewoond 'communal house', een huis van samenkomst en samenzijn. Hoe dan ook, de sfeer wordt steeds gemoedelijker. We worden uitgenodigd om een avond te koken en we slaan onze slag op de markt. De verkoopster wordt zo enthousiast na de ingeslagen kilo's tomaten en aubergines dat ze vervolgens al haar andere groenten ook aan me probeert te slijten. We maken een vegan Pasta di Norma met zelfgemaakte tomatensaus. In de onbekende keuken proberen we ons thuis te voelen en roeren we in grote potten en pannen op open vuur het eten klaar. Ondertussen is Zola met haar nieuwe beste vriend door de tuin aan het rennen, ontstaat er een vriendschap tussen Ellen en de moeder, schuift er een fotograaf uit Bali aan en komen er twee Tsjechische meiden aan scooteren die dachten dat dit een vegan restaurant was. Er is meer dan zat, dus de kring werd steeds groter. Het leuke was dat de cultuur shock nu de andere kant op ging. Voor de vrijwilliger was dit de eerste keer spaghetti. Ik heb nog nooit iemand zo bedenkelijk een pastaatje zien eten. Na het afruimen bleek dat de twee kiddo's alle papieren van het bureau hadden volgekalkt en hadden rondgestrooid. Ik bied mijn excuses aan aan de man en hij vraagt: “this you home?”. Met handgebaren zeg ik dat telkens als ik Zola 5 minuten niet in de gaten houd, het huis er precies zo uit ziet als hier. Hij begint keihard te lachen. De beste man blijkt een droogkloot, schuchter door de taalbarrière, die me de volgende dag met een grote lach koffie aanbiedt.

Na een kleine week verkassen we naar een hotel met wat meer comfort, een zachter bed, een eigen badkamer, een plek om even alleen neer te ploffen. Elke dag pakken we de scooter naar het oude centrum van Hoi An, want je zou het bijna vergeten, daar zitten we. Een koloniaal centrum aan de rivier vol gekleurde lichtballonnen en waar de huizen met het typische warme geel gestuct zijn. We eten bahn mi, bun cha, pho bo en cou lau. Gerechten waar we 7 jaar lang van hebben gedroomd en die we nu met water in onze mond na onze terugkomst in Vietnam ons vol mee stoppen. We spreken af met onze nieuwe vrienden om fikkie te stoken op het strand, gaan samen uit eten. Bij ons vaste koffietentje is Zola vriend aan huis, en heb ik eindelijk iemand om in goed Engels alles over de koffie cultuur te vragen, de kleermaaksters worden vaste gezichten, de schilder van wie ik een aquarel koop maakt een dagelijks praatje met me, we komen steeds weer bekenden tegen en zo begint Hoi An echt als thuis te voelen. Na 1,5 week hakken we de knoop door wat we de resterende tijd van onze periode in Vietnam gaan doen. In het koffietentje vertellen andere vaste gasten ons honderduit over de Ha Giang Loop. Een ronde door het noordelijkste puntje van Vietnam, tegen de grens van China, die je met de motor slingerend van pas naar pas naar het volgende dorp brengt. Ze zijn niet de enigen die er laaiend enthousiast over zijn, maar dit is het laatste duwtje om het echt zelf te gaan doen.

We pakken onze tassen in en komen er last minute achter dat Ellen haar sneakers in de homestay is vergeten. Als we aankomen worden we met een enorm warm welkom onthaald. Alle hoofdrolspelers en figuranten zijn aanwezig. Zola speelt nog een keer met haar grote vriend, zijn (en nu ons bevriende) moeder is er samen met haar man met wie we de dag er voor nog samen hebben gegeten, de fotograaf ziet ons later tegemoet in Bali, de non verwelkomt ons met haar typerende grote glimlach stoïcijns in het vol Vietnamees, de manager en zijn vrouw bieden ons thee en watermeloen aan, de leraren van de school zijn er. En dan klinken er op een klankschaal drie harden tonen. In stilte loopt iedereen uit het feestgebruis naar de woonkamer en begint in stilte op tempo in een vierkant rond de woonkamer te lopen. Iemand fluistert nog net "30 minutes walking meditation and 30 minutes sitting meditation". In alle rust pakken we de scooter en rijden weg, als achter ons het zoontje en zijn moeder uit de meditatie zijn gesnopen en ons nog een laatste groet toe wensen. "Will you come back?". Dat willen we zeker, de mensen en de stad hebben ons in hun hart gesloten. Tạm biệt, tot ziens.