19 - Een weekendje Azië

"Als een weekendje Zeeland", is mijn antwoord op de vraag of ik een beetje gespannen ben. Ik lig met mijn hoofd naar beneden, mijn ogen zijn dicht en ik voel een keiharde pijnscheut. "En gaan jullie dan backpacken?" vraagt de fysiotherapeute, terwijl ze met haar duim hard achter mijn schouderblad duwt. "Tsja, ja. Vandaar dat ik dacht: ik moet zo snel mogelijk naar de fysio toe." "En jullie dochter gaat dan in de draagzak?", ja daar had ik nog niet aan gedacht. Ook dat gewicht komt er bij, plus twee kleine rugzakken en Zola's eigen rugzakje - dat er heel schattig uit ziet, maar je de helft van de tijd er ook nog bij mag dragen. Ik probeer hardop nog een kreun weg te werken. "Je kan je weer omkleden". Ik krijg nog een paar oefeningen mee om mijn schouder, waaraan ik gisteren tijdens het gewichtheffen een blessure heb opgelopen, te trainen. Over 24 uur stappen we weer het vliegtuig in. Op naar Zuidoost Azië. We gaan het weer doen, deze keer geen 6 maanden maar 7 weken. Met backpack, drie rugzakken, een kleuter en hopelijk een karretje om deze manke pakezel te ontlasten.

We worden met een warm afscheid door onze familie op Schiphol uitgezwaaid op dezelfde stek als waar we op 4 oktober 2022 onze vorige reis startten. En ook nu is onze eerste vlucht een nachtvlucht. Hoe zou ik die nacht eens beschrijven? Het is een nacht waar je vooral wat films ziet. Het is een nacht waarvan ik dacht, of hoopte, dat ik 'm nooit meer beleven zou. Maar vannacht vlogen wij naar Guangzhou. Ohoewoho.

Van elk land of regio heb je toch al snel je eerste beelden voor je en daarmee ook je vooroordelen. Chaotisch, hard slurpende noodle eters, scheetjes en boeren in het openbaar, iedereen paft goedkope sigaretten, plastic fantastic replica's, Big Brother is watching you, miljoenen mensen in dito anonieme flats, bouwen in een super hoog tempo en uiteraard De Partij. Onze eerste tussenstop is in China. Een land waar ik al lange tijd gefascineerd door ben, maar nooit het gevoel heb gehad er vakantie te willen vieren. Hoogstens in mijn eentje met een camera om mijn nek om de bouwmanie te fotograferen, plekken waar de oude cultuur de nieuwe ontmoet. Bijvoorbeeld om een Chinese visser aan de grachten van het nagebouwde Amsterdam te fotograferen. Het is de hoogste tijd voor een snuffelstage om met eigen ogen te zien of die vooroordelen klopten en of er meer is dan mijn cliché voorstelling van het land en Hu Lang als de gemiddelde Chinees.

Voor 2 euro rijd je met de metro in een uur naar het centrum van de met 68,5 miljoen inwoners veruit grootste metropool ter wereld. In de metrostations moet iedereen door een alarmpoortje. Alle tassen moeten door de scanner. Bij de beveiliging, waar overigens iedereen in rap tempo doorheen loopt, staat een enorme ketel klaar om explosieven onschadelijk te maken. In brandkasten staan brandhelmen, blussers en EHBO te wachtenop doemsdag. In de kast daarnaast een rits ME-tenues met weerschermen. Je weet maar nooit wanneer het uitkomt. De metro's zitten vol, zijn gloednieuw en rijden elke 3 minuten. Als we het station uitlopen en met elke trede richting straatniveau eindelijk de buitenlucht proeven is het rustig op straat. En toch, we staan midden in het centrum. Er staat een kiosk met wat uitgestalde kranten, een venter verkoopt worstjes, jonge mensen lopen met hun telefoon in hun hand lachend door de stad. Het kan zo elk andere grote stad ter wereld zijn. Boven ons een verticale kermis, torens van honderden meters hoog vol knipperende gekleurde lichtjes. De ene nog gekker dan de ander. Komt dat zien, komt dat zien.

In een specialty koffietentje, koffieboontjes met hinten van pomelo en honing, kom ik tot de eerste conclusie. Niemand slurpt. En ik heb nog niemand zien roken. De tweede conclusie is op het moment dat een groep mensen zo door het rode licht oversteekt. Je werd toch gescand en kreeg toch minpunten op je persoonlijke rekening van De Partij als je door rood oversteekt? Na 22 uur in een land waar internet bijna niet werkt maar waar je wel met whatsapp tekst kan sturen, waar je overal wordt gecontroleerd maar zo doorloopt (zelfs om over de nieuwe wandelbrug de rivier over te steken), waar niemand Engels spreekt maar wel helpt, en je ook gewoon een moeilijke koffie kan scoren lijkt dit China, althans binnen het nieuwe centrum van Guanzhou, op een schone, rustige, nette goed geregelde versie van elk ander Aziatisch land. De cultuurshock die ik had verwacht valt ver weg van mijn primaire gevoel. Sterker nog, ik heb er eigenlijk wel behoefte aan. Ik ben reuze benieuwd naar het leven buiten de steden, de natuurparken en juist die vooroordelen. Want eerlijk, is verwondering niet de aanzet waarvoor je in eerste instantie op reis gaat?

De komende drie weken reizen we door de Filipijnen. Vooroordelen heb ik niet, de behoefte aan verwondering meer dan ooit.