07 - Op het dak van de wereld

Pakse, Laos

Toen wij uit Thakhek vertrokken, vertrokken wij uit Thakhek. Gisteren werd er door Tante Sidonia van het lokale reisbureautje verteld dat de slaapbus naar Pakse of om 22:30 of om 00:00 zou vertrekken. Vandaag werd dit ergens tussen 20:00 en, omdat de weg zo slecht is, 03:00. De marges worden hier ruim berekend. Hoe dan ook, er werd ons een heerlijke slaapbus met 2-persoons matrassen beloofd voor Ellen en Zola en voor mij een 1-persoons. We zouden hoe dan ook na 07:00 aankomen. Het zou ab-so-luut geen herhaling van mijn '24 uur opgekruld in een cocon van 1 meter 20 in Vietnam' nachtmerrie zijn. Oftewel: slaapfeestje, chips en cola mee, pyjama aan en knuffel onder de arm. Afwachtend op de bus hangen we op het pleintje waar de jeugd badmintont, worden er volksdansjes geoefend en beklimt Zola met wat jongens het monument op de Pakse Dam. Dan krijgt Sidonia een belletje en moeten we per direct een minivan in en scheuren we richting de nachtbus die vervolgens aan de kant van de snelweg stopt. Als ik binnenstap en mijn schoenen in een zakje stop knalt mijn slaapbus fantasie in duizend en één stukjes. Niks geen gezellige meute in Frozen pyjama's die simultaan een Disney videoband op de enige TV in de schoolbus kijkt. Dit is de mismaakte baby die RyanAir zou krijgen als het zou experimenteren met First Class en een oude Chinese man die de uitvinding van de automobiel heeft meegemaakt en dat die baby dan 180 jaar in een donkere, stoffige kelder van een Engels kindertehuis vol spoken is vastgehouden tussen de mand vol oude sokken en de gedroogde vis. En dat ik deze ervaring lepeltje lepeltje mag delen met een Laotiaanse man op een gedeeld plakmatrasje. Maar goed, wij dus om 03:00 in de nacht in Pakse. Gelukkig zien we tegenover onze nacht dropping een prachtig hotel waar we een nachtportier waken en in een heerlijk bed de ochtend doorslapen. Dames en heren... welkom in Pakse.

Pakse is een grote niks zeggende stad in het zuiden van Laos, gelegen aan de Mekong rivier. Er zijn een hoop Franse expats, zoals overal in Laos, en om die gelukkig te houden is er een Franse bakker met de beste baguettes die we sinds vertrek gegeten hebben. En om ons tevreden te houden zijn er een paar verborgen pareltjes van koffiezaakjes. Pakse is vooral een uitvalsbasis voor de prachtige natuur daarbuiten.

Een andere expat is de Ierse eigenaar van een resort aan de Mekong, een half uur rijden van Pakse vandaan. Hier heeft hij als architect en houtbewerker zijn eigen Shangri-La gebouwd met een restaurant uitkijkend over de rivier, een rijtje bungalows en een groot picknickveld waar Pakse en omgeving graag komt eten aan lage tafeltjes. Zola voelt zich gelijk thuis en scheurt op het fietsje van zijn jongste zoon over het terrein, klimt in de boomhut, balanceert op de schommel en is al gelukkig met een teiltje water en haar nieuwe zwempak. 's Avonds verandert het restaurant in een insecten festijn en hangt het plafond vol gekko's die het banket verklaren voor geopend.

Vat Phou is een ruïne van een Khmer Hindu tempelcomplex aan de voet van de Phou Kao berg. Na een uur scooteren komen we aan op deze nog steeds heilige plek. Voor ons twee voormalige langgerekte bassins met daarop volgend een pad naar twee oude gelijke gebouwen. Dan volgt de steile klim over de traptreden die in de schaduw staan van de frangipani (tempelbomen) in bloei. Na elke etappe staat er een vrouwtje klaar met een ijsjeskraam. Komt dat even goed uit. Eenmaal boven staat daar de tempel vol wierook en Buddha's.

De speeltuin bij de ingang terug beneden is ook pre-Khmer en Zola valt van de glijbaan met een harde knal op haar kont de 21e eeuw weer in. Het is tijd om ergens een hapje te eten en terwijl we terug rijden zetten we de scooter bij het eerste beste restaurant neer als de wind op begint te spelen en de eerste dikke regendruppels op ons neer kletteren. Waar Laos zich niet wist te kwalificeren voor het WK voetbal, gooit ze nu grote ogen voor de kwalificatie van het WK wolkbreuk. Ik bestel met mijn beste dierenimpressies een bakkie soep voor ons allemaal en herinner me, terwijl ik de hond onder de tafel mijn vlees voer, dat ik in Vang Vieng bij de restaurants aan de weg posters met kip, geit, varken, rund en jawel, hond zag. Misschien dat ik het verkeerd heb en dat het een winnend concept van hondentrimsalon annex restaurant was. Maar ik ben blij dat de vrouw van deze soeptent ja knikte toen ik een koe na deed. Na de scooter rit terug werd het condoleance register geopend voor alle insecten die ik terug moest koppen. En had ik bijna een slang overreden. Dan kan ik wel zo goed als vegetariër zijn, maar dit wordt weer karmapunten verzamelen.

Het is weer tijd voor een meerdaagse road trip. Vanuit Pakse huren we een scooter, proppen we onze trekzak vol met 3 dagen aan kleren en luiers en rijden we 1.000 meter de hoogte in naar het Bolaven Plateau. Dit is het koffiehart van Laos en daar gaat mijn koffiehart dan weer sneller van kloppen. Onze eerste stop is op een koffieplantage met koffietentje. De koffieplanten staan vol in de bessen, waarvan er al veel rood en klaar zijn om te plukken. In een open kas staan op tafels met netten de koffiebonen van verschillende koffiesoorten te drogen in de volle zon. En terwijl ik een bakkie lokale pleur bestel, komt er een wolk van vers gebrande koffie uit de brander. Als je geïnteresseerd bent om onze avonturen op koffiegebied op reis te volgen, check dan mijn Insta: 'Coffee Tales around the World'.

Het Bolaven Plateau is een oeroude, niet actieve, ingestorte vulkaan en dat zorgt voor de perfecte bodem voor de koffieplanten. Als we op de scooter hier zo boven rijden voelt het echt alsof we op het dak van de wereld rijden. Om ons heen geen bergen te zien, enkel de lucht, wolken zweven niet boven, maar langs ons heen, fata morgana weerspiegelingen zorgen er voor dat we ons echt in een andere wereld begeven.

Vorige keer had ik het over de bekende gedachte dat als je één grot hebt gezien, je ze allemaal wel kent. Nu kan ik die gedachte ook ontkrachten met watervallen. Bij de Tad Yuang vallen twee brede stroken water hard naar beneden en kan je vanaf de top zo naar beneden kijken. Na een enorme hoosbui komt daar nog een derde strook langs het restaurant bij. De volgende dag komen we bij de hoogste waterval van het plateau, twee dunne stroken vallen 120 meter naar beneden. En er staat hier een attractie op ons te wachten, waar we spijt van krijgen als we dit niet gaan doen. En dus trekken we een klimpakje aan en slingeren we ons één voor één vast aan een zipline die ons  in 4 etappes vol adrenaline over het dal 300 meter boven de grond langs de waterval laat vliegen. Op onze derde dag hobbelen we over een dirt road langs koffieplantages naar een verlaten waterval. Het park en het pad rond de Champee waterval valt uit elkaar en wordt langzaam weer teruggevorderd aan de jungle. Onderaan het pad zijn we helemaal alleen en proberen we met een slapende Zola in de draagzak stap voor stap over de gladde keien door het water te waden om de waterval in zijn geheel te kunnen zien. Het is zo'n serene plek, helemaal stil op het kabaal van al dat water na, dat ook deze weer laat zien: elke waterval is toch echt weer een andere ervaring.