08 - En passant

4.000 Islands, Laos / Siem Reap, Cambodja

Vijf weken geleden kwamen we de Mekong in Laos voor het eerst tegen in het dromerige stadje Luang Prabang. Een brede, lome rivier waar pontjes heen en weer varen om balancerende scooters, monniken, schoolkinderen en neus aan neus geparkeerde auto's naar de overkant te brengen. En nu, 750 kilometer verderop richting het zuiden tegen de grens van Cambodja, is de almachtige rivier veranderd in een delta met, zo wil de lokale VVV het graag vertellen, wel 4.000 eilanden. Wij hebben ons oog laten vallen op het eiland Don Det. De minivan vanuit Pakse dropt ons in een havenstadje waar in een lange winkelstraat van alles te koop is om een eiland draaiende te houden. Balancerend zoeken we een plekje op de houten planken in de longtail boot die ons naar de overkant zal brengen. Pruttelend varen we langs andere vissersboten met uitgegooide netten, eilandjes met slechts wat palmbomen er op en wat omhoogstekende rotsen. Zo kom ik alvast op de eerste 40.

Ook al zitten we midden op een rivier, toch hangt hier direct een andere sfeer. Wie weet zit het tussen de oren of komt het omdat Don Det voor een groot deel voor toeristen is volgebouwd die een eilandgevoel willen hebben, maar alles gaat hier een stuk langzamer, autoverkeer is er bijna niet, Bob Marley schelt uit de speakers, stoelen in de restaurants zijn veranderd in driehoekige kussens en matrasjes aan lage tafels, houten huisjes staan op palen en er zijn meer kippen dan mensen op de afbrokkelende straten.

Met de fiets stuiteren we over een onverhard weggetje naar Don Khong, het volgende eiland, dat met een oude spoorbrug verbonden is met Don Det. Nu je je wellicht rijk gaat rekenen met een volgende groene spoorreis Amsterdam - Don Det Centraal: het spoor bestaat niet meer en had tevens een bijzondere functie. De Fransen zochten in de 19e eeuw een route, buiten de koloniale Engelse gebieden om, naar de rijkdom van China en dachten die te vinden door de Mekong te volgen. Maar daar stuitten ze op een hindernis en laat die hindernis nu onze attractie van vandaag zijn. De Mekong begint hier steeds harder tussen alle rotspartijen te stromen en valt vervolgens in een hele hoop etappes zo'n 20 meter naar beneden. En zodoende bestelden de Fransen via le bôl.com een paar stoomschepen, een trein en wat stukjes rails om hun schepen aan de ene kant van de waterval uit elkaar te halen en via het spoor naar de andere kant te brengen om ze daar weer in elkaar te zetten. En niet alleen de Fransen wisten hier te komen, maar anno 2022 weten ook een Spanjaard en een groep Moorse volgelingen dit eiland te vinden. Vooral nu het weer zo heerlijk is. Op een zonnige, bloedhete 5 december gaat Zola's blik na het ontwaken even heel snel naar de balkondeur waar onze schoenen op een rijtje staan. "KOEKJES!". De schoenen zijn gevuld met kadootjes en omringd met kruidnoten. Aan de chocomelk danken we Sinterklaasje en geven onszelf een schouderklopje dat we van de zak kruidnoten al twee maanden weten af te blijven. In het dorpscafé wordt het WK uitgezonden en gelukkig is de wedstrijd Nederland - VS een keer niet om 02:00 in de nacht, maar om 22:00 lokale tijd. Nu kan ik het aantal Nederlanders in vijf weken Laos op drie vingers tellen, maar warempel, het hele café zit vol Nederlanders in het oranje. Helaas was het me niet gelukt om een zak bitterballen twee maanden mee te nemen.

Nu we hier zijn geweest kunnen we zeggen: been there, Don Det (helaas ben ik niet de eerste die dit inkoppertje heeft gemaakt, want de T-shirts met bedrukking zijn in het dorpscafé te koop). We steken de grens over waar Laos en Cambodja een spelletje 'wie heeft de grootste' spelen. Cambodja wint met een douane gebouw dat lijkt op een volledig pagoda complex en om dat en de lunch van vandaag en de nieuwe scooter van te betalen worden we van alle kanten met een stalen gezicht, tsja hoe zeggen ze dat ook alweer zo mooi, oh ja: keihard genaaid. Meer pijn doet het dat we voor een evisum hadden gekozen 'want dan gaat het allemaal veel vlotter en zonder gedoe', om vervolgens zonder mooie sticker in ons paspoort alsnog berooid te worden en als laatste door de douane te komen. Dames en heren: welkom in Cambodja!

Ik ben hier al een keer eerder geweest. En wel 11 jaar geleden met twee vrienden. Siem Reap leek toen nog een verborgen stadje over de grens na Thailand, waar weinigen kwamen en we nog het gevoel hadden bijzondere toeristjes te zijn. Er was een straat met een paar kroegen, een lokale discotheek waar we met kop en schouder boven de rest van het publiek staken en uiteraard de reden van het bezoek: de vervallen stad Angkor. Flash forward naar nu. We rijden de stad binnen die geëxplodeerd lijkt te zijn, chique hotels, boetiek winkels, meerdere verdieping tellende modezaken. Het aantal bezoekers is in de tussentijd verdubbeld naar, pre-COVID, 2,6 miljoen bezoekers per jaar. Hebben wij even geluk dat we nu in de post-COVID tijd zitten en de Chinezen het land nog niet in mogen, want het aantal toeristen dit jaar is 1/10e van vier jaar geleden en dat gaan we merken.

Het is lastig om één van de mooiste plekken op aarde, die door de mensheid gecreëerd zijn, te beschrijven. De stad Angkor bevond zich op deze plek en groeide van de 8e eeuw tot de 14e eeuw naar, op het hoogtepunt, een stad van een miljoen inwoners, de grootste op dat moment van de wereld. Elke koning bouwde de ene nog grotere en mooiere tempel dan de vorige en het liefst nog meer ook. Perfecte symmetrie, wanden vol steengravures met symboliek, patronen en gedetailleerde verhalen, beeldhouwwerken van beschermers, Boeddha's, Shiva's (het is hier zowel Hindoeïstisch als Boeddhistisch geweest) en ijdeltuitige koningen, een stad vol poorten, muren, grachten en wegen. Maar na de 14e eeuw werd de stad voor een groot deel verlaten en nam de jungle het over. Daken stortten in, bomen groeiden door muren en slechts enkele tempels werden nog gebruikt en enigzins onderhouden. Na enkele herontdekkingen kwamen in de vorige eeuw de restauraties van start en met Unesco's hulp en financiële impulsen uit allerlei landen kwam, en komt nog steeds, stukje voor stukje weer op zijn plek. En nu, hier in 2022, wandelen we met onze gids langs de grootste en bekendste tempels van deze verloren stad, met als Angkor Wat, die ook op de nationale vlag prijkt, als bekendste. Het is fijn om met iemand meegenomen te worden die alles weet over dit enorme complex en voormalig imperium en betekenis kan geven aan dat waar wij enkel schoonheid ervaren. Plekken waar ik vorige keer niet kon komen zijn nu begaanbaar en vice versa. Op de tweede dag pakken we het grotere circuit, langs wat minder bekende tempels, en hier voelen we ons echt als ontdekkingsreizigers. Er is bijna niemand en met het geluid van de vogels in de jungle en zicht op de afgebrokkelde tempels voelt het echt alsof we in het land van Jungle Book zijn getreden.