Eerst lopen we langs hem. Ik vertrouw het al niet. Te zelfverzekerd, te sterk en midden op het pad. Met een ravijn en de klotsende zee diep onder ons aan de ene kant en de dichte bossen aan de andere kant is er ook maar één weg: rechtdoor lopen en op je hoede zijn. Gelukkig, wij worden met rust gelaten. Maar nogmaals, ik vertrouw het niet. We draaien ons om terwijl een groepje giechelende Chinese toeristen, druk bezig met hun mobieltje en een reeks honderden selfies, langs de beste kerel lopen. Terwijl ze zonder enig bewustzijn langs hem lopen horen we een harde gil. De bruut rukt de witte plateauzool slippers van één van de Chinese vrouwen uit haar voeten. Het lukt hem net niet. We zijn bij de bekende Uluwatu Tempel op Bali, en nog meer dan het magere maar belangrijke tempeltje op de kliffen, staat de plek bekend om haar brutale apen. Nog geen 5 minuten binnen en we zien al een aap met twee brillen in zijn handen. Wij hadden, een gewaarschuwde homo sapiens telt voor twee, onze eigen brillen in onze tassen gestopt. Kijk dit filmpje van David Attenborough voor live actie met commentaar: KLIK!
"Our coaches love kids - we can ask if one of them can babysit while you both Surf! Us Indonesia's are very family oriented people." Met die zegen en het feit dat Zola binnen een minuut alweer dikke vrienden met al het personeel is, gaan wij vandaag surfen. Ik bestel een watermeloen shake, geef een grote rol biscuits mee, maar inmiddels is Zola al druk bezig met een gitaar en de telefoon van een werknemer. Op het strand krijgen wij ondertussen een training van 5 minuten over hoe je peddelt en opstaat op een surfboard en dan mogen wij met het surfboard op ons hoofd een flink stuk lopen naar het einde van het strand. Er zijn hier op dit strand te weinig golven, dus mogen we het verderop proberen. Dat verderop is nog een dik kwartier peddelen tussen de rotsen richting strand twee. Hier ligt een kleine horde leerlingen te wachten op hun eerste golf en wij op de onze. Ik mag eerst, er komt een perfecte golf aan, "PEDDLE, PEDDLE!" roept de leraar en geeft me een harde zet. Zonder dat ik het door heb ben ik al opgestaan en surf zo zonder enige inspanning en volledig in de flow 10 meter verder waarna met het blik op het einde, een rotsenblok waar de golven op kapot slaan, ik me maar in het water laat vallen. Wow, wat een ongelofelijk vet gevoel. De leraar ziet een natuurtalent in me. Dat het meer toeval dan talent is laat poging 2 zien. Als ik ga peddelen ga ik denken over hoe dat vorige keer nou moest. Ik plons direct in het water. "What were you doing?", tsja… "I was thinking." En je moet niet denken, je moet doen. Mijn makke in het leven, het is een zegen en een vloek. De golven komen steeds minder vaak op, we liggen om en om een kwartier te wachten. Ellen maakt nog een goede rit en botst één keer hard op een ander groentje. Ik moet ook nog een keer "WATCH OUT" roepen. Afremmen weet ik hoe het moet, maar draaien ... boem. Eenmaal terug van de uitputtende helse Elf Rotsen Peddeltocht, peddelend en klotsend door het drijvende afval, komen we terug op het strand. Daar ligt Zola in een zwemband in de zee met een Canadese vrouw te zwemmen. "Oh is this your kid? She is so cute. She asked me to come swimming!". De komende dagen lopen wij als twee kreeften door Uluwatu rond, met stukken gesneden aloë vera uit eigen tuin in de koelkast als beste vriend.
Een politiemotor met sirene, drie open vrachtwagens met jongens met gamelan instrumenten (vergeef en verbeter me vooral als ik het fout heb) en enorme maskers en daar achter een stoet van honderden scooters met mannen en vrouwen in prachtige kostuums. We zetten de motor aan de kant en schrappen direct Plan Waterval. Na de enorme file die er achter zit zie ik een gat, draai de motor 180 graden en zet de achtervolging in. Ik kom steeds dichterbij en na een klein uur komen we aan bij Tirta Empul, de watertempel, waar we vorig jaar ook waren geweest. De hele groep, zowel mannen als vrouwen hebben een witte top en een prachtig gekleurde sarong, loopt achter de muzikanten en maskerdragers aan. Hoogtepunt is de Barong, een met tijgervellen beklede leeuwendraak, met een rode kop als masker, gedragen door twee personen. Als de zegening begint, het wordt vandaag volle maan, zit iedereen in kleermakerszit op zijn slippers en is het op het belletje van de priester na helemaal stil. Dit is, voor mij, de aantrekkingskracht van Bali. Alles voelt zo spiritueel, alles zit vol betekenis, schoonheid zit in alles en speelt zo'n grote rol. Elke tuin lijkt wel een tempel, omdat het ook ingericht is als een tempel, met grote altaars, een poort, beelden en een muur waarbij je je afvraagt of daarachter een Balinese prinses woont. Over een paar dagen is het Galungan (de viering dat volgens de legende in het Balinees Hindoeïsme het Goede van het Kwade won) en dat wordt gevierd met ‘penjors’: grote (zo’n 10 meter) op het einde gekromde bamboepalen vol versieringen die aan de straatkant van ieders huis worden opgezet. De betekenis is niet helemaal meer helder, volgens sommigen symboliseert het een draak, volgens anderen de berg Agung. Hoe dan ook, voor iedereen is het reuze belangrijk en alle families zijn er daarom al dagen druk mee bezig. Na een fikse regenbui schuilen we bij een zilversmid en worden we later door een buurman verderop uitgenodigd om even mee te kijken naar de opbouw van hun eigen penjor. Het is net de kerstboom in het westen, elke familie versiert 'm op zijn eigen manier, met gekleurd doek, bamboe kerstballen (geintje), palmbladeren en een altaar voor de offers van bloemen, fruit en wierook. Tijdens onze laatste dagen worden de straten steeds voller met rijen vol prachtige penjors.
"OMG, you're back!" Zola lijkt wel een kindster die belaagt wordt door haar grootste fan. De caissière van de Indomaret vliegt Zola om haar nek en begint gelijk met selfies. Binnen no time vertoont hij alle 853 selfies die hij vorige keer van Zola had gemaakt, alsof alles al klaar stond voor dit moment. De terugkomst van de Heilige Zola Cola. Zola Cola, de nieuwe door Zola bedachte bijnaam, herkent hem niet maar wordt met alle energie aangestoken door de hyperactieve fanboy. Hij kan nog lang wachten op een nieuwe wederopstanding, want hier komen we niet meer terug. We zijn dus weer terug. In hetzelfde resort en jawel zelfs hetzelfde huisje. Sumberkima Hill Resort weet een soort basic luxe met natuur en omgeving te verweven tot een plek waar je elk jaar wel even zou willen uitrusten. Met twee enorme zwembaden, zo goed als voor je alleen, twee restaurants met een heerlijke kaart en een spa hoef je je het terrein niet af. Het is net zoals alle andere prachtige verblijven op Bali waar we slapen nog net niet gratis. En dan zijn de extra's zoals het uitzicht over vijf vulkanen op Java vanaf de veranda, met vrolijk tjirpende vogels in de groene tuin vol ananasstruiken en bananenbomen nog niet meegerekend. Met de scooter maken we een tochtje naar twee tempels. Eén aan zee, de ander tegen een rotswand en allebei bevolkt door rivaliserende apenbendes gescheiden door een drukke weg. Als ik de sarongs na het bezoek wil inleveren bespringt Zola me op mijn rugzak. Althans, dat denk ik. Het laat los en als ik me omdraai sta ik oog in oog met de koning van de apengroep. Ik his 'm weg maar hij is er totaal niet van onder de indruk. Brutale aap.