BLOG 03 - Meer of minder ruis

Spreker: Willen we meer of minder ruis? 

Publiek in koor: Dat ligt even aan de definitie van ’ruis’!

Spreker: Nou, alles wat afleidt van de essentie.

Publiek in koor: Dat is toch best persoonlijk?

Spreker: Ja, dat is ook wel weer zo. Maar goed, wilt ieder daar nou meer of minder van?

Publiek in koor: MINDER, MINDER!

Voor mij is ruis de afleiding die komt door de troep, wanorde, chaos, overdaad en drukte aan prikkels. Haal de ruis weg en ik ontvang de juiste prikkels als signalen in rust, stilte, controle en voorspelbaarheid (iets mag onvoorspelbaar zijn an sich, maar als ik het heb onderzocht snap ik de onvoorspelbaarheid en is deze daardoor voorspelbaar). Signalen wil ik zelf uitkiezen en helder binnen krijgen. De essentie binnen laten komen als iets puurs. En daar van kunnen genieten.

Het is interessant om de definitie van ruis eerst wat technischer te benaderen en vervolgens de gelijkenissen te vinden in wat ik in de wereld om mij heen als ruis beschouw. Dus bear with me, het wordt alleen maar leuker.

Natuurkundig gezien is ruis een willekeurige variatie in een signaal. Een signaal is dan weer de beschrijving van de ontwikkeling van een parameter in de loop van de tijd of de ruimte. Zijn we er nog? Bij natuurkunde had je zo’n oscilloscoop met van die geinige golfjes, dit is waar we het over hebben. Zo’n signaal ziet er mooi uit, heeft een constante vorm en golft op en neer. Ruis gaat daar dus willekeurig (ongecontroleerd) doorheen. Denk even aan de witte ruis die je hoort tussen de radiostations door of je klassieke beeldbuis die zoekt naar zenders. Hoe dichter je bij het signaal van de zender komt, hoe scherper het signaal en dus je geluid en/of beeld. Waar komt die ruis dan vandaan? Ruis kan ontstaan bij de bron, alias de verzender. En ruis kan ook komen tijdens het meten en registreren van het signaal, denk bijvoorbeeld bij jezelf aan je oren of ogen, of uiteindelijk je brein.

Dikke pech dus als er ruis op de lijn zit. Die signalen, dat is de wereld om je heen. En die wereld die blijft op allerlei golflengtes (auditief, visueel, psychologisch) maar zenden. En als je dat allemaal maar moet verwerken, dan overweldigt het je en krijg je koppijn. Het is dus fijn dat wij, de mensch, al een hoop filters hebben om die ruis te filteren. En dan kunnen we met ons fantastische brein er ook nog eens context van maken. De ruis die overblijft wil je elimineren bij de bron en kunnen filteren als ontvanger.

Als registrerende zou ik de inkomende prikkels ook beter kunnen proberen te lezen, te begrijpen en te structureren. Dat is een constant leerproces. Als je bijvoorbeeld op reis gaat naar een voor jou onbekend en gek land, overweldigen alle prikkels van het verkeer, de geur, het lawaai, de taal, etc. Voor je het weet word je bijna aangereden door een TukTuk, of in het geval van een Amerikaan in Amsterdam: een fietser. Maar na een paar weken rondreizen vallen je die prikkels bijna niet meer op. Je filtert het netjes weg en die scooter van links valt je nu wel op en je wacht even totdat de beste man (met vijf kinderen achterop) je pad heeft gekruist.

Wat mij sneller helpt in het verminderen van ruis is om signalen te minimaliseren bij de bron. Ik kan er voor kiezen om plekken met ruis minder op te zoeken en ik kan de ruis waar ik zelf controle op heb verminderen: minimalisme.

Sinds twee jaar ben ik bezig met minimalisme. Er kwam een kind aan, er was ruimte nodig, daar was weinig van, dus was het tijd om te ontspullen. Niet alleen zorgen dat je minder spullen hebt, maar er ook voor zorgen dat er niks meer binnen komt. Ruimte die moet je niet vullen, maar die moet je zien. Dat zorgt voor minder ruis.

Er zijn een heleboel boeken over minimalisme te vinden en daar heb ik er maar drie van gelezen. Je bent minimalist of niet. Het boekje ‘Weg ermee’ van Dennis Storm vond ik de leukste en de meest pragmatische. Hij maakt de vergelijking met op reis gaan en een fijne hotelkamer binnenstappen met één koffer in je hand. Er heerst rust in de minimaal ingerichte kamer en toch kan je er lachend een maand wonen. Minimalisme is een manier van leven, die je door kan trekken op allerlei gebieden. Denk aan je telefoon met 800 apps die je nooit gebruikt en waar je prima je browser voor kan gebruiken. Waarom een drukke kledingkast vol stapels kleding als je uiteindelijk toch altijd voor dezelfde 5 sets kiest?

De contradictie is dat ik ook weer wel van ruis houd. Ik woon in het centrum van Amsterdam, waarvoor ik zelf heb gekozen. Als ik aan Bangkok of New York denk dan gaat mijn hart sneller kloppen. Alles om je heen is een verrassing, het blijven daardoor nieuwe prikkels. Ik vind het fantastisch om er in mee te gaan en er in mee gezogen te worden. En vooral om die chaos te leren te lezen en te begrijpen. Ruis vind ik prima om op te zoeken, maar einde dag wil ik weer in zo’n fijne, overzichtelijke, stille hotelkamer zijn. Of thuis.

Dus. Willen we meer of minder ruis?

Strike a pose. New York, VS.

Strike a pose. New York, VS.