BLOG 07 - Ik ga op reis en ik neem mee

Ik ga binnenkort voor een geruim tijdje op reis. Geen weekend naar een onbekende stad, geen vakantie om even uit te rusten. Nope. Ik ga voor 6 maanden op reis, samen met vriendin en dochter. Een droom die al jaren aan het vormgeven is, komt nu opeens wel heel dichtbij, dat ik me afvraag: waarom wil ik dit ook alweer?

Er zijn boeken vol geschreven door de meest getalenteerde schrijvers, vol prachtige anekdotes, filosofieën, uiteenzettingen en de psychologie achter waarom we willen reizen en weg willen. En aangezien zij dit stukken beter dan ik kan verwoorden, zet ik hier uiteen wat mijn eigen persoonlijke triggers zijn waarom ik telkens zo last van wegwee heb. Het begon heel, heel lang geleden…

Toen ik een jaar of acht was liep ik met mijn beste vriend rond te sukkelen in onze buurt. Na het zoveelste rondje geen hond gezien te hebben, baalden we er van dat Bassie en Adriaan wel elke dag avonturen beleefden, dat Ovide en zijn vriendjes zelfs op Avonturenland woonden en ons hoogtepunt van die dag bestond uit het vinden van een gulden in een verlaten winkelwagen. Waar was dat avontuur toch te vinden? Waar lag Avonturenland? Hoe konden wij nou aan avontuur komen? Of had je daar een boze baron voor nodig?

Mijn favoriete boek als kind was de Bosatlas (Ik denk dat als ik in deze tijd was geboren dat ik heel Google Maps had geprint). Nederland bestond uit 6 uit te pluizen pagina’s met exotische plaatsnamen als Delft, Gouda en Leiden, waarvan ik zeker was dat dat dezelfde plaats was omdat ik ze nooit uit elkaar kon houden. Pagina’s verder stond mijn lievelingsplaats: Petropavlovsk-Kamtsjatski. De langste stadsnaam die ik kon opspeuren, geen idee hoe het er uit zag, maar avontuur zou je er vinden. In verschillende kaartvormen vond je de geologie terug, de heersende klimaten, type industriën. Kaarten met oceanen vol met door mij nog onontdekte eilanden, hopende dat ik op een dag een eiland zou vinden waar pratende koala’s en vogelbekdieren woonden.

Al van kinds af aan genoot ik van lange treinreizen, overstappend in enorme vertrekhallen en reizend langs de stations met onbekende namen en inwoners die we passeerden. Nog steeds voelt voor mij een retourtje Amsterdam - Zwolle als een wereldreis, terwijl ik over het 133 jaar oude station van Amsterdam wandel en treinen klaar zie staan voor Berlijn, Parijs, Londen en Innsbruck. Het geroezemoes, de mensen die als geroutineerde mieren kriskras door elkaar lijken te lopen, maar allemaal een duidelijk doel voor ogen hebben, de statige stationskappen, de enorme treinen die af en aan komen. Meegaand met de massa en je weg vinden naar de juiste trein: de reis kan beginnen. Onderweg zijn, getting there is half the fun, geeft mij al een magisch gevoel. Hetzelfde ervaar ik op het vliegveld en in het vliegtuig. Een bepaalde spanning, je bent nu een reiziger en wat gaat komen is onbekend.

Het ervaren van de bestemming ontstond toen ik als student op eigen houtje (lees: niet achter je ouders aan kwijnen en alles aannemend voor wat is) ging reizen. De andere kant van de reis bleek een wereld vol mysterie en onbekendheid te zijn. Pinnen voelde als een gok op een casino automaat: toch maar kiezen voor cash withdrawal? Bussen schepten je van de verkeerde kant van de weg. Op zoek gaan naar kaas in de supermarkt voelde als een ontdekkingstocht naar El Dorado. En toen was ik Europa nog niet uit. Na de Costa del buy 2 cocktails get 1 free uitgespeeld te hebben, bleek er daar buiten een nog grotere, nog vreemdere wereld te bestaan. Een wereld waar spinnen zo groot als je hand op een straatbarbecue werden geroosterd en waar een menukaart vol vreemde kronkels bestond en je maar wat aanwees en gelukkig friet in plaats van een krokante zespotige reus op een stokje kreeg. Hier was het avontuur te vinden!

Onderdompelen in een wereld waar je geconfronteerd wordt met van alles wat je niet of nauwelijks herkent. De code proberen te kraken van hoe deze nieuwe cultuur nu werkt in taal, schrift, gebruiken, eten, drinken, mensen. Als een volwassen kind vliegen de nieuwe prikkels om je heen.

Bassie en Adriaan’s schatkaart werd Google Maps. De boeken van ontdekkingsreizigers, avonturiers en reisschrijvers zorgden voor steeds meer inspiratie voor andere reizen, ervaringen en bestemmingen. Reizen moesten steeds verder van het bekende bestaan, voor een nog groter schokeffect. Kayak en Booking zorgden ervoor dat ik met een beetje zoeken, en met een beetje sparen, in een paar klikken al in Avonturenland kon komen. De voorpret, voor mij essentieel onderdeel van iedere reis, kon zo al maanden van te voren beginnen.

Nu elk avontuur binnen handbereik lijkt en door velen voor je al volledig uitgeplozen blijkt te zijn, vol verslagen met foto’s en video’s, reisadviezen en recensies, komt het gevoel langzaam binnen dat dat spannende avontuur misschien niet meer te vinden is. Als na het bereizen van ‘schurkenstaten’ als Cuba, Iran en Myanmar de inwoners gewoon gastvrije mensen zijn die je uitnodigen om te komen eten, Buurman & Buurman kijken en selfies maken met hun eigen iPhone en ook gewoon naar school en hun werk gaan, blijkt dat ze niet zo heel veel van jezelf verschillen. Met globalisering en door steeds bereisder te worden wordt de te kraken code steeds makkelijker. Heb je dan toch nog een Vlugge Japie en B100 nodig om de boel wat op te spicen? Of zijn er nog andere voorwaarden voor avontuur?

In 1790 had Xavier de Maistre illegaal een duel uitgevochten (dat kon nog in die tijd) en werd voor 42 dagen verbannen naar zijn kamer. Uit verveling begon hij zijn reisverslag tussen de 4 muren uit te schrijven in ‘Voyage autour de ma chambre’ (Reis door mijn kamer). Inclusief een uitgebreid verslag over de inhoud van zijn kamer, de wandeling naar zijn comfortabele sofa en de gelijkenissen tussen de kleuren van zijn pyama en zijn beddegoed. Hoewel misschien opgezet met een knipoog, was zijn open blik naar de meest futiele eigenschappen en wandelingen van een paar stappen de sleutel tot het omhelzen van het plezier van je omgeving en blikveld. En hoewel zijn ontmoetingen met de mensen die hij door zijn raam of op de karakters in de schilderijen aan zijn muur zag enkel tot gedachtes bleven, zijn ontmoetingen de kans om je eigen horizon te verbreden.

Als ik voor vertrek bedenk wat de hoogtepunten van mijn reis zullen zijn (denk aan de top 10 lijstjes in een willekeurige reisgids of reisblog) dan zijn deze achteraf enkel het podium waar de avonturen plaats vinden. De ruïnes van Angkor Wat: ja prachtig, precies zoals op de foto's, maar avontuurlijk, nee niet echt. Het zijn vaak momenten die niet eens zo groots zijn om na te vertellen bij terugkomst, die op dat moment het meest avontuurlijk aanvoelen en een reden tot reizen geven. Meezingen met 90s hits in een auto door Iran met nieuwe vrienden die je net ontmoet hebt, de zonsondergang bekijken in een vallei in Peru met een reisgenoot terwijl je de meest smerige en tevens enige fles wijn die er te vinden was in het dorp toch maar leeg drinkt.

De drang naar een overload aan nieuwe prikkels verdwijnt steeds verder naar de achtergrond en de intrinsieke wens naar zelfonderzoek wordt steeds groter. Een open blik en geest, één die alle rust en tijd heeft om te observeren, te luisteren, te ontmoeten, te proeven en vooral te zijn, wordt voor mij het beste geopend als ik weg ga en weg kan. Een andere cultuur en omgeving geeft de ruimte tot nieuwe gedachtes, zelfreflectie en verbreding van je spectrum. Dat zou ik voor een half jaar kunnen doen in mijn woonkamer, maar ik kies toch liever voor Avonturenland. Waarom ik weg wil? Ik heb wegwee.

Ik ga op reis en ik neem mee… geld voor een ijsje.

Ik ga op reis en ik neem mee… geld voor een ijsje.