12 - Kom je naar mijn feestje?

Ao Nang / Krabi / Koh Lanta, Thailand

"Ik ben drie en een half. Ga jij ook met de kayak? Kom je naar mijn feestje?". Zola is over een paar dagen 'jarig' en dat mag iedereen weten. Langs elke tafel komt ze langs om even te melden dat ze binnenkort 3,5 is. Ze maakt met kinderen en volwassenen direct vrienden - ik zou willen dat ik die gave had. En sinds vorige maand is de spraakwaterval echt begonnen. Zonder schaamte start ze hele monologen tegen iedereen die het wel of niet horen wilt. En als je Nederlands spreekt laat ze je niet meer los. Als we haar dan eindelijk hebben los kunnen weken roept ze nog "Ik hou van jou!".

De groene, vredige wereld op de boerderij in Khao Sok kon geen groter contrast hebben dan de wereld waar we ons enkele uren later bevonden. Ao Nang (bekender als omgeving Krabi) is de Costa del Sol van Thailand. Friet van Piet is nu Padthai van mister Pai, maar voor de rest past de boulevard zo in die van de Spaanse of Portugese kust. En na onze openbaring om juist een andere soort reis te gaan beleven waar rust, natuur en samenzijn met een familie de kern zouden worden, voelt dit een beetje als een steek met mes in eigen boezem. Waar de boezem dan wel weer eerst lekker in het zwembad heeft kunnen duiken, pizza heeft kunnen eten en onder een warme douche heeft kunnen staan. Eerlijk, dit is ook best lekker op zijn tijd. Ons nieuwe doel wordt op zoek gaan naar kleine pareltjes om toch dat puurdere reisgevoel te ervaren.

Naast het resort is de 3-maal wekelijkse lokale markt opgebouwd. Althans, hier staat de markt vast, op boomstammen en onder golfplaten. Op houten tafels staan groente, fruit en kant-en-klaar eten opgesteld. Enorme vissen worden met ijs overgoten, kleintjes spartelen in een karige bak water. Kokkels, schelpen, melo melo (dat zijn de slakken die in die enorme schelpen wonen), halve dieren, hele dieren, stukken dieren. Wij houden het op een pannenkoek en eten bij een oud stel tegenover die een noodlesoep tentje runt. De vrouw komt na het eten met haar parkieten en een konijn in een jurkje aanzetten. We spreken elkaars taal niet, maar Zola heeft weer een surrogaat opa en oma er bij en wij gaan lachend naar huis.

Een Thaise bootman pakt mijn scooter, rijdt 'm behendig op de loopplank en parkeert 'm overdwars op zijn houten longtail. Met een hoop kabaal van de open motor varen we, samen met zijn vriendin als boegbeeld, naar de overkant. We komen aan in Koh Klang, een eilandje tegenover Krabi, waar een grote moslimgemeenschap woont. Hier geen resorts, tattooshops, westerse restaurants en blote billen in bikini's over straat, maar een landelijke omgeving met bescheiden huisjes en zwaaiende families. Waar we ook stoppen, we worden direct door de hele familie opgenomen, Zola wordt getrakteerd op dikke knuffels en snoep en wij op contact.

Het groen vinden we tijdens een kayaktocht over een ondergelopen meer. Het water is glashelder, we varen onder boomstronken heen richting het mangrovebos. De stroming wordt sterker door de smalle gangen van de wortels van de bomen. Scholen vissen zwemmen voorbij en knalgroene libellen vliegen om onze oren. We peddelen naar de bron, een diep donker blauw gat ligt nu diep beneden onze kayak. En nu stil blijven zitten Zola...

De reden dat we wat langer gebleven waren in Ao Nang, was dat er later pas plek was bij onze volgende accommodatie. We werden getipt over een geweldig kleinschalig resort op het eiland Koh Lanta met enkele stijlvol ingerichte huisjes, een kookschool, een groene tuin vol fruitbomen en een fijne semi-overdekte gemeenschappelijke ruimte. En we hebben geluk, er zijn nog twee families met jonge kinderen die tijdens hun 'voor de kinderen naar school gaan nog even alles uit de kast trekken om een lange reis te maken'-vakantie hier verblijven. Koh Lanta is een langgerekt eiland met allerlei verschillende stranden. Van enkele lange stranden met allerlei houtje-touwtje strandtenten, tot kleine strandjes waar wat vrouwen een massagesalon hebben op bamboe hutjes, tot stranden waar je echt als Robinson Crusoe kan voelen en het strand deelt met een handjevol toeristen, koeien en apen. De sfeer op het eiland is zo relaxed, een fijne bevolking, er is weinig commercie, je voelt je echt welkom hier, dat we besluiten hier te blijven tot ons visum verloopt.

‘PLEASE STAND UP FOR THE NATIONAL ANTHEM’ staat er op het scherm. Alle bezoekers van de open lucht bioscoop, waarvan de grote meerderheid niet Thai, kijkt elkaar onwennig aan en begint langzaam uit de plastic hangstoelen op te staan. Uit de speakers begint het volkslied te galmen, terwijl op het scherm de in iMovie gemaakte dia presentatie met foto's, inclusief prachtige overgangen, van het koningspaar te zien is. Ik zal Willem een briefje sturen en vragen of hij er iets in ziet om ook zoiets te presenteren in de Nederlandse bioscopen. Heb ik mijn eerste klus bij thuiskomst alvast binnen.

Ondanks de gewenning na al dat reizen zijn er gelukkig nog steeds momenten dat we even moeten knipperen van wat is dit nou? Zo blijf ik grinniken om de 'French fried' op elk Thais menu. Ik snap het wel, als je de chicken ‘fried’ en de vegetables ‘fried’. En ik begrijp al helemaal dat je dat Franse volk soms even met een klontje Becel aan beide kanten wilt fryen. Maar 'Fried friend' sloeg alles. Hoewel, een beetje pijn soms fijn kan zijn. Zo staat er hier langs de kant van de weg een bord: "Original body pain'. Mocht de sadomasochist nog twijfelen of er een beetje laf gekriebeld wordt, bij deze toko kom je er sowieso met gekleurde striemen van af. De barbier, een kilometer verder, weet zijn behoefte ook goed samen te vatten. Op het klapbord langs de weg staat 'LET ME CUT'. Zou dat niet het credo moeten zijn voor iedereen in de creatieve industrie? Laat me gewoon een beetje aankutten en dan komt er vast iets moois uit.

En zo zit ik eerst aan te klooien met het aanhaken van het gesprek dat Ellen verderop het strand met het Engels/Duitse gezin (met zoontje van 3,5), dat twee deuren verderop verblijft, heeft. Moet ik er nou naar toe of niet? Wat moet ik dan zeggen? Ik zei het al, hier kan ik echt nog iets van Zola leren. En dan neem ik toch maar de eerste stapjes. En het stroeve begin wordt een prachtige vakantie vriendschap met ons zessen. We hangen, ouwehoeren, eten, drinken samen, gaan natuurlijk weer weg en komen natuurlijk weer bij elkaar. De tijd vliegt, Zola en het jongetje zijn elkaar beste vrienden en spelen de hele tijd samen en wat is het fijn om met warme, openstaande, eerlijke, gelijkgestemde andere mensen om te gaan. Als een groene omgeving de eerste pilaar is voor onze gewenste manier van reizen, lokaal contact de tweede, dan zijn nieuwe vriendschappen de derde. Op naar Maleisië, op naar ons volgende avontuur.