Khao Sok, Thailand
Een verroeste oranje pick-up truck, met houten bankjes in de achterbak getimmerd, scheurt ons over de hoofdweg het dorpje Khao Sok binnen. Een reeks aan restaurants, bars en resorts die alle leiden naar het nationale park, dat 's werelds oudste regenwoud omvat. Een bos vol kalksteen bergen, een enorm (stuw-)meer, grotten, allerlei soorten primaten, vogels, vlinders, enorme insecten, honingberen, tijgers en jawel, zo gaat althans de mythe, 'white elephants'.
We verblijven op een soort Center Parcs Khao Sok, alleen hebben die cottages ruiten voor de ramen en zijn ze hier vervangen door houten luiken met gaas en zijn de eekhoorns vervangen door apen. Het doolhof aan waar welk huisnummer nou waar ligt, is wel hetzelfde. De huisjes staan in een prachtig park vol waaierpalmen, verschillende soorten heliconia en acalypha, clerondendra, calathea, trompetwinde, costaceae en butterfly pea, in het Nederlands beter bekend als kittelbloem. En mocht je botanica als bijvak hebben gehad herinner je 'm wellicht beter als de Clitoria Ternatea, uit het hogere taxon Clitoria. Die laatste is niet om je wakker te houden na de uiterst interessante opsomming van de bloeiende hier te vinden flora, het is de benaming van deze paarse winde wiens bloemen je kunt drogen en kan gebruiken als thee infusie. Waarschijnlijk heb je na de taxonomische beschrijving wel een idee van hoe deze bloemkelk er uit ziet.
Die nacht horen we een kakofonie aan geluiden van krekels, cicaden en brullende kikkers. We verblijven in het resort 'Morning Mist' en dat doet zijn naam eer aan, want als we 's ochtends na weinig geslapen te hebben wakker worden, zien we vanaf ons balkon één grote mistbank, die langzaam wegtrekt en een spitse groene heuvel voor ons onthult. Na de drie maal daagse 'ga alsjeblieft iets eten' soap serie 'Goed ontbijten, Slecht ontbijten' met onze 3-jarige peuter in de hoofdrol, lopen we terug naar ons huisje met een halve pannenkoek nog in de hand. Zola ziet een aap op het dak een paar huisjes verder. Eten doet ze niet, maar scherp zien doet ze maar al te goed. Terug op het balkon leggen we de pannenkoek maar even op het tafeltje voor ons. Binnen no-time, we schakelen even over naar David Attenborough, "a troop of wild stump-tailed macaques invades the serene scenery by brutally grabbing half of a pancake from a sweet little girl, which cries could be heard throughout the valley."
Het is een zeer aangename omgeving om weer, na drie weken niksen op het strand, terug in de natuur te zijn. Makaken, lemuren en gibbons slingeren boven de gigantische bamboestokken over het pad door het nationale park. We horen een Indische slangenarend (bedankt Birdnet), zien een groep Aziatische kleine groene bijeneters (bedankt voor het meeslepen van je verrekijker, Ellen) om en om in de rivier duiken, hagedissen staan in schutkleuren stokstijf op de tropische bomen, terwijl over de andere ficus een eekhoorn wegsnelt. Wat er in de holletjes, soms zo groot als een vuist, in de zandheuvels naast het pad verstopt zit (het zijn echt honderden gaten achter elkaar) is voor de nachtexpeditie die we liever overslaan. Het stromende riviertje waar schaatsenrijders vier schaduw bolletjes op de bodem werpen is de perfect plek om in de plakkende hitte verkoeling op te zoeken.
Ik vind stuwmeren maar een verdrietige aanblik geven. Een landschap waar eeuwenlang leven is geweest, geschiedenis en verhalen zijn geschreven, een getekend landschap van pieken en dalen, in één klap geëgaliseerd tot een vlakke waterspiegel. Een vallei gevuld vol tranen, mag ik dat zo zeggen? Je voelt 'm al aankomen: het 'oudste regenwoud ter wereld' is voor een groot deel ondergelopen tot een enorm stuwmeer. Maar het ziet er toch wel allememaggies mooi uit zeg. De pieken van wat ooit machtige reuzen van heuvels waren staan nu als stompjes omhoog in het azuurblauwe water. Als onderdeel van een 2-daagse tour varen we met een longtailboot naar ons drijvende onderkomen voor vannacht. Te midden op het water een grote vreetschuur en daarnaast een wankele loopplank naar de huisjes op drijvende olievaten. Er zijn kayaks beschikbaar, waar we een rondje mee varen. Het geluid van huilende gibbons schalt over het meer. Onze gids vertelt dat er gisteren nog 'white elephants' gezien waren die een bad namen aan de rand van het meer. En tijdens onze zonsondergang boottocht is het raak. We horen gekraak in de bossen voor ons, takken bewegen, onze gids lijkt iets te zien, we blijven een half uur dobberen op het water tot daar... een groep van 3 volwassen Aziatische olifanten en een baby olifant te voorschijn komen. Het is machtig om deze dieren in het wild te spotten. Wild... wacht eens even... hij zei white toch? De groep kijkt elkaar verbaasd aan. Vertrouw nooit een Thai op zijn spraakkunsten. Als we terug varen begint het te waaien en langzaam steeds harder te regenen. Die nacht dobberen we bij elke WC-ganger heen en weer in de drijvende portacabin.
Wat is reizen? En hoe gaan we die 6 maanden lange reis nou echt invullen? Het is een kwestie waar we al in het begin mee worstelden en die het beste te beantwoorden is, met wat reizen voor jou zelf betekent. En dat mag zeer zeker fluctueren. In Pai kwamen we een Nederlands gezin tegen die ook net van start was gegaan met hun lange reis en die met ongeveer dezelfde route inmiddels een andere reis aan het ervaren was. Eén die, zoals wij gebruikelijk waren, niet van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid ging, maar die omgevingen juist het toneel lieten zijn van een verstilde manier van zijn, door langzamer te bewegen en in contact te komen met de plaatselijke bevolking en zich daar ook tijdelijk te nestelen. We hadden het hier drie maanden geleden al met ze over, en toen is het zaadje bij ons verder gaan groeien. De beste herinneringen en de mooiste verhalen hebben wij niet ervaren tijdens het zien van de mooiste watervallen, maar tijdens de contactmomenten met de lokale bevolking buiten het mainstream toeristische circuit. Dan denk ik bijvoorbeeld aan al die mooie ontmoetingen in Iran of mijn eerste Couchsurf gast die ik hostte in Utrecht en die ons dan weer rondleidde op de scooter door Saigon, Vietnam. Maar ook recentelijk nog tijdens ons verblijf bij de familie op de boerderij buiten Siem Reap, Cambodja. Het moment van bezinning over hoe we nu verder zouden reizen zou plaatsvinden halverwege onze reis op Koh Phangan. En het was ook hier dat we ons (hopelijk blijvende) kantelpunt bereikten. Het was tijd om verder te vertragen, de hotels te vervangen door homestays en, hoe moeilijk ik dat ook vind, meer het contact aan te gaan en ook de ruimte in te nemen met de bevolking van ons gastland. Het was tijd om buiten onze comfort zone te treden.
"Mama, papa, ik zie een spin." Ik sta al met mijn haren overeind als een held op korte sokken alle gaten en kieren na te kijken op zoek naar kakkerlakken in het bamboehutje waar we de komende 2 nachten verblijven. Ik zie het spinnetje niet en denk nog dat het wel meevalt. Maar helaas, de Gruffalo met de acht poten heeft een schutkleur en kijkt ons vragend aan of wij zijn huis weer willen verlaten. Als een gillende keukenmeid ren ik naar de eigenaar van de boerderij die lachend met een servetje binnenkomt. "Baby spider! He is my friend. Tonight I put him back. Hahaha!" Ik fluister in Ellen's oor dat ik blij ben dat we maar 2 nachten blijven en zoek alvast op Booking naar een onderkomen zonder koude douche en met 5 lagen gaas voor elk raam.
Het is gek hoe snel je went aan wat dan buiten je comfort zone ligt. Een kakkerlak over je tenen of onder de toiletpot vinden wordt op den duur een routine. En na een nacht in een half open bamboehut op een matrasje op de grond, onder de klamboe, start de dag. En die dag start met een waanzinnig ontbijt in het hof van Eden. Een grote groene tuin vol groente, fruit, een kippen- en een eendenren, hornbills die overnachten in de heuvels achter het erf, er is een gezamenlijke open keuken / restaurant met kooklessen, een super lieve familie die als familie aanvoelt en Zola aanneemt als hun tweede kind. Zola's bijnaam wordt Zola Monkey (spreek uit als iets van 'see-oew'), omdat ze de hele dag blijft rond rennen en op iedereen springt en knuffelt. Ik kom ook hier achter wat 'it takes a village to raise a child' betekent. Iedereen let op haar, zorgt voor haar, leert haar van alles, maar vooral: iedereen voedt haar op, op een eigen zachte, warme en directe manier. Iets waar ik dan weer enorm van leer. We annuleren het hotel bij Booking en boeken er 2 nachten extra bij. En die koude douche, ach die is eigenlijk best lekker.











