03 - Lekker blijven plakken

Pai, Thailand

Na 762 bochten (dat zeggen ze, ik heb ze niet geteld) door de jungle, haarspeldbocht na haarspeldbocht, kwamen we aan in Pai. Vroeger was dit een boerengehucht in een dal, vol rijstvelden, met een paar prachtige natuurverschijnselen in de buurt. Watervallen, hot springs, een 'canyon' en een flink stromende rivier. En dat alles omringd door grote, groene heuvels waar de wolken aan vast geplakt hangen, vol tempels, stupas en Buddha beelden. Tot dat deze magische plek werd ontdekt door reizigers en steeds meer op de kaart kwam te staan als 'hippie dorp'. In tegenstelling tot de overvolle strandplaatsen in het zuiden is dit alternatievere backpackers dorp een plek voor yoga retreats, breathing workshops en vegan restaurants, maar zijn er ook een hoop barretjes, hippe koffiezaken en cannabis winkels. Dat lees je goed. De vorige keer dat ik in Thailand was werd je om een korreltje wiet nog in de bak geslingerd, inmiddels is cannabis gelegaliseerd, vind je overal coffeeshops en heeft de regering 1 miljoen stekjes aan de bevolking uitgedeeld. Hoe dan ook, de sfeer is hier super relaxed man. Dat voel je het beste tijdens de dagelijkse 'night market'. De 'night' begint hier trouwens al voor zonsondergang. Uit alle straatjes komen street food stalletjes op wielen, soms met de scooter en soms gedragen door de kokkies die de komende avond hun specialiteiten verkopen. Boven aan de straten van 'Walking Street' hangen gekleurde lantaarns die de avond sfeervol aanlichten. De straten stromen vol met locals en toeristen die schuifelend op hun slippers de straat afstruinen en op elke hoek weer een bekende tegen komen.

Onze eerste bekende komt via het gezin uit Heemstede die we in Chiang Mai tegen kwamen en ons koppelden aan een gezin, met twee kinderen, uit Amsterdam, die net begonnen waren aan een lange reis door Zuid Oost Azië voor 8 maanden. We spreken af bij de speeltuin die in Nederland direct uit de keuring zou worden genomen en waar het terras van het hippiebarretje aan grenst. Terwijl achter het barretje een 'ecstatic dance workshop' begint, pakken wij een ijskoud Beerlao witbiertje uit Laos uit de koelkast, slingeren wij ons op het terras en de kinderen aan de roetsjbaan. Het oranje licht van de ondergaande zon straalt door de enorme bomen, we hebben mooie gesprekken, er is lekker eten, Zola heeft nieuwe vriendjes, dit is waar we voor kwamen.

Tam de scooterman verhuurt zijn afgeragde tweewielers pas na een verplichte opfriscursus 'scooter rijden doe je zo'. Dat is niet voor niks, want de hoeveelheid toeristen met bandages en krukken is niet mis. Gelukkig zijn we Nederland - Fietsland, dus zijn vertrouwen in ons is al met een stap toegenomen. Na het tigste rondje straat geeft de Meester de scooter met een nooit tevreden blik af aan zijn Leerling en mogen we Pai en omgeving gaan verkennen. Ellen achterop en afwisselend hebben we Zola in de draagzak.

We scheuren (sorry Meester, rijden) door de jungle over hobbeldebobbel wegen slingerend op en neer richting watervallen, langs in hun eigen modderbad poepende waterbuffels, tempels, winkeltjes van oude vrouwtjes, naar prachtige vergezichten, chille eettentjes en zo verder. Bij de hot springs, met baden van 38 graden, staat er bij de bron waar het water kokend en pruttelend uit de modder komt: 'DO NOT BOIL EGGS HERE'. Dus ik mijn broodje mayo weer terug in de tas stoppen. In het badhokje voor de mannen staat een enorme spin zich om te kleden, dus ik ga maar even met Ellen en Zola mee in hun hokje mijn zwembroek aantrekken. Plonsen in een hotspring is trouwens te gek, eindelijk een water temperatuur waar je tenen niet direct afsterven (ik kijk naar jou Noordzee in de zomer).

Aan de snelweg staan een paar eettentjes verzameld rond het bord 'Canyon'. Met een fles ijskoud water beklimmen we de trap omhoog en krijgen een magnifiek uitzicht over een dal met smalle rotsformaties. Hier geen ANWB pijltjes, dus die enorme keien met een paar centimeter ruimte er tussen en van twee meter groot, waar net wat mensen omhoog klauteren zal wel het begin zijn. Zola zit gelukkig rustig in de draagzak, want soms loop je over een pad van een meter breed met aan weerszijde een ravijn. Het wordt flink klimmen en dalen en grijpen om het pad (of is dit een bedding?) te volgen en 100 meter voor de finish worden we ingehaald door een stel uit Polen. "Als jullie met een kind dit pad aandurven, moet mij dat ook lukken op mijn slippers", aldus de vrouw. Maar de laatste horde is een stuk met enorme, ronde keien, zonder houvast en een afgrond zonder vangnet. De vrouw klimt er met twee vingers in haar neus over heen. Haar man glijdt een paar keer uit en haalt net de overkant. Ik probeer al mijn boulder technieken toe te passen en weet het met knikkende knieën net te fixen. Maar voor Ellen met Zola achterop is dit geen optie. De Poolse vrouw ziet het aan, trekt haar Superman pak aan, vliegt om me heen (ik zie echt nergens een plek waar je nog kan staan) en staat binnen no time onder Ellen. "Give me your child!", roept ze ferm. Zola komt in mijn armen en de vrouw trekt Ellen over de eindstreep. Nou, dit wilden jullie toch? Avontuur?

Voor wie nu nog aan het lezen is. Dank voor de aandacht. Ons plan was om een kleine week in Pai te blijven en dan een 'loop' te maken langs andere dorpen om weer in Chiang Mai uit te komen. Maar we hebben het hier naar ons zin, de omgeving is prachtig, Zola heeft vriendjes, er zijn zoveel leuke, lekkere, hippe tentjes om te eten. Dus, we blijven in Pai. Vandaar een dubbele aflevering van deze blog. We maken een trekking met een gids door de jungle naar een 'geheime' waterval en komen onderweg nog slingerende apen tegen. We wandelen door de rijstvelden over een bamboebrug en zien een paar prachtige vogels, zoals een blauwe kingfisher, en een hoop gekleurde vlinders om ons heen vliegen. We struinen over een lokale markt waar een zelfgebouwde kermis klaar staat om Zola te vermaken. De eigenaar hoeft alleen nog de stekker van de draaimolen er in te prikken..

Ik ben door de Amsterdammer uitgenodigd om mee te gaan raften. We worden 's ochtends in een omgebouwde pickup truck opgehaald en met zeven man stuiteren we op houten bankjes richting de Susa waterval, het startpunt van de tocht. Terwijl we door de steeds groener wordende jungle slingeren, beginnen de jongens met wie we gaan raften ook steeds groener te worden. De chauffeur probeert de 24 uur van Pai - Susa binnen de 2 uur te rijden. Na het laatste stukje over dirt tracks en door rivierbeddingen komen we aan. We springen in de grote opblaasboot die meteen vol loopt met water. Grote bellen komen uit de bodem, maar tijd om hier vragen over te stellen is er niet. De handpomp zal nog vaak van pas komen. We varen direct langs een prachtige brede waterval die recht uit de bossen lijkt te komen. Onze gids is spaarzaam met woorden en dirigeert ons met zijn zachte stem: "peddle please" en "thank you". De eerste helft over de Khong rivier is behapbaar. Maar na onze lunchstop op de bank waar de Khong en de Pai rivieren samen komen, beginnen de 'grand rapids' steeds groter en bozer te worden. Telkens als de gids het over 'grand rapids' heeft zien wij telkens grote konijnen voor ons, maar dat terzijde. We moeten hard peddelen om vaart te maken zodat onze gids ons strak in kan sturen tijdens de enorme stroomversnellingen. Als we tussen omgevallen bomen door een smal stuk moeten navigeren, stuiter ik zo de boot in en probeer zo hard als ik kan al liggend nog mee te roeien. Bij de volgende golf wilt de Koreaan die mee raft me terug omhoog trekken en flapt de boot zo hard omhoog dat onze gids zo in het water vliegt. In rustiger vaarwater mogen we over boord springen en drijven we in onze reddingsvesten de chocomelk rivier over. Een waanzinnig gevoel, want meer dan rond kijken hoe je niet te doen. Waterbuffels kijken ons verbaasd aan vanaf de wal, felblauwe ijsvogels vliegen in het rond en aan de kant zien we een groep wilde pauwen staan. Maar dat ruisende geluid wat steeds dichterbij komt staat me niet aan. Ik vraag al dobberend maar eens of dit weer zo'n 'grand rapid' is. "Get in the boat!".

Na een kleine twee weken zitten we weer terug in de bus naar Chiang Mai. Pai is een bijzondere plek en waarom het zo relaxed gebleven is heeft er volgens mij mee te maken dat mensen hier niet weg willen. Letterlijk. Nog 762 bochten te gaan, harde slinger naar links. Nog 761 bochten te gaan, harde slinger naar rechts.

02 - Een verhaal met een staartje

Bangkok > Chiang Mai, Thailand

Op het moment dat we in alle haast naar het station moesten was de moesson in vol ornaat bezig. Het grote centrale station van Bangkok was een dampende arena vol reizigers. We dumpten de tassen in een hoek en terwijl Ellen een broodje haalde rende ik door de Golf van Thailand naar het reisbureau om de tickets op te halen en wat warm eten te scoren. In de trein maakt Zola direct vrienden met een Thaise tante die haar mandarijnen en een borduurwerkje geeft. Zo kan je wel minimalistisch proberen te reizen, maar gedurende onze reis blijft Zola's rugzakje maar verder met kado's uitpuilen. De nachttrein werd een bak licht in je bakkes trein. Hier geen automatisch dimbare vensters en gedimd gekleurd ganglicht als wat we in het vliegtuig hadden. Tussen bed en gangpad hingen  langgerekte tissues als gordijn. Na een paar uur het binnenste van mijn oogleden bestudeerd te hebben, deed ik ze voor start dageraad maar eens open. En wat een traktatie. We reden dwars door de heuvels vol dikke jungle. Toen de zon doorbrak reden we richting geciviliseerde wereld: de mist steeg op van de felgroene rijstvelden. Gouden tempels glinsterden in het ochtendlicht. Bomen veranderden in huizen en wegen vol scooters. Eindhalte: Chiang Mai.

Een grote rode half open pickup truck met bankjes aan weerszijden brengt ons naar het hotel. We hebben een ruim appartement met dik zwembad en tropische tuin onder ons. Het interieur valt het best te omschrijven van wat een vrijgezelle man in de jaren '80 zou hebben uitgekozen en dat zou tevens de laatste keer zijn dat hij de boel een likkie heeft gegeven. Donkerbruin hout, tegelwerk, functioneel en handdoeken met meer gaten dan stof. Maar voor 25 euro per nacht (inclusief ontbijt) is thuis blijven nog steeds duurder.

Bij een rondje zwembad word ik aangesproken door een Nederlands koppel met twee kinderen, waarvan de oudste na deze lange reis naar school moet. Tijdens onze reis komen we steeds meer Nederlandse gezinnen tegen met hetzelfde plan. En daarmee is een wens voor mij ook meteen vervuld: kinderen om mee te spelen voor Zola en aanspraak voor ons. Zo ontmoetten we in de eerste week al direct andere reizende gezinnen uit Rotterdam, Heemstede en Amsterdam. Banjeren we samen over de nachtmarkt, chillen we in de speeltuin met een ijskoud biertje en drinken we samen een koffietje in één van de vele hipster koffietentjes van Chiang Mai terwijl de kinderen door de gang rennen en gillen. Excuses nog daarvoor.

De sfeer in Chiang Mai, hoewel de tweede stad - slechts 1,2 miljoen inwoners (agglomeratie) tegenover de 21 (agglomeratie) van Bangkok - is gemoedelijk te noemen. De oude ommuurde binnenstad ligt vol tempels, verweerde huizen, en kleine steegjes. We maken dit het beste mee tijdens een fietstocht met de in Bangkok wereldberoemde Co van Kessel tour. Dat klinkt zo Nederlands als het maar zijn kan en dat is het ook. De Thaise gids Mimi spreekt een aardig woordje Nederlands, hoewel Zola daar eerst maar weinig van moet hebben. Gezellig. Het mooie van deze streken is dat iedereen voor zijn deur op straat talloze potten vol tropische planten heeft staan. Uiteraard naast hun eigen tuin die ook al vol tropische planten staan. Daartussen staat dan een miniatuur tempeltje en vaak nog een grote vissenkom.

Ellen en ik geven elkaar altijd een uitje voor onze verjaardag en dit jaar kreeg ik een dagje met de olifanten cadeau. Dat leek heel tof, maar op de avond voordat ik mijn beste beentje voort moest zetten, kregen we toch wel wat morele vraagtekens toen we online wat gingen nalezen. Samen met een olifant optrekken, dat klinkt niet heel natuurlijk. Een olifantenpark als verdienmodel onderhouden betekent meer olifanten fokken in gevangenschap. De volgende dag mochten we onze eigen conclusies trekken en die lagen toch wat genuanceerder. De dag begon met een groepje olifanten maïs voeren. Waar wij met een grote boeg om de grijze statige reuzen liepen, besloot een eveneens reusachtige Amerikaan ze eens even vol in hun gezicht te flitsen. Later zag ik haar in de nek van dat arme beest een heuvel af lopen; ik vraag me af waar hier het 'conservation model' in zit. Daarna volgde een propagandapraatje waarin alle negatieve reviews werden gedebunkt. Maar ik geef ze toe: er werd in het bijzijn van ons die dag en aannemend elke dag waar toeristen bij zijn goed voor de dieren gezorgd. Ze zagen er gezond uit. En ze apporteerden beter dan Zola. Ik snap ook dat door de ontbossing en groeiende bevolking het leefterrein van de olifanten kleiner wordt, de beesten steeds meer het land van de mensen verstoren en om dan te zorgen dat de soort in stand wordt gehouden een groot park een prima idee is. En om zo'n park te bestieren heb je mensen, land en 160 kilo eten per olifant per dag nodig en dat kost geld. Cirkeltje rond, zie maar wat je er zelf van vindt. Hoe dan ook, even later stond ik mijn olifant bananen te voeren, zijn modder van hem af te slaan met een bos takken (vond hij prima) terwijl ik AF tegen het beestje riep en vervolgde met DIDI (goed zo meisje). Zola vond zo'n slurf maar niks en ik geef haar groot gelijk. Het is geen cavia waar je voor moet zorgen. We sloten de dag af in een waterval waar de olifanten en de mensen elkaar nat spetterden. Met een enorme drollenvanger werden ondertussen de bolussen door de begeleiders uit het water gevist. Waku Waku feitje: een gezonde olifantenpoep ruikt naar niks. En zo blies mijn olifant van die dag dit verhaaltje uit.

01 - Get into the groove

Amsterdam, Nederland > Bangkok, Thailand

Het was maart 2018. Ellen en ik maakten onze jaarlijkse lange reis, dit maal door Myanmar. Een dagje wandelen met een Brits-Nederlands koppel door de groene heuvels van Hsipaw inspireerde ons met hun 3 jaar werken - 1 jaar reizen cyclus om ook eens plannen te gaan maken voor een lange reis. Toen we een paar weken later weemoedig een laatste blik wierpen over onze eindbestemming Ngapali beach, wisten we ook dat dit misschien de laatste lange backpack reis zou zijn. Het andere plan was namelijk… een kind. Volgende keer dat we op reis zouden gaan zou Ellen of zwanger zijn of zou er al een kind zijn. Het bekende lui lekker land leven zou compleet anders worden. En precies een jaar later was het zo ver, Ellen had een dikke buik en het rondtrekken met een backpack werd ingewisseld voor een roadtrip door Zuid Afrika.

Ondanks dat het leven op zijn kop stond en we een heel ander ritme in gingen bleef het plan voor die lange reis sluimeren. Wat als we in de winter voordat Zola met haar vierde naar school gaat een jaar lang gaan reizen, door Zuid Oost Azië? Voor we het wisten waren er nog maar 6 maanden te gaan. Vage plannen ontstonden letterlijk op de tekentafel met een vel papier. Er werd een Lonely Planet over de regio besteld. Er moesten prikken worden gehaald, dus waarom voor de zekerheid niet alvast het hele zooitje. We gingen het maar eens hardop tegen wat mensen vertellen om er zelf ook maar eens in te geloven. Gaan we dit nu echt doen? Inmiddels met 2 maanden op de klok moesten er tickets worden gekocht. En zo werd het toch echt steeds meer realiteit. En met het ondertekenen van het huisbewaringscontract met de tijdelijke bewoners konden we er toch echt niet meer onderuit. De grote wens werd werkelijkheid. Het was 4 oktober 2022, 21:40. We zaten in het vliegtuig, bestemming Bangkok, Thailand. De reis mocht beginnen.

In Thailand is het in oktober nog steeds regenseizoen. De moesson betekent hier: kraan open en zwemmende auto’s over straat. Een uur daarvoor loop je dan nog door een zonnig en broeierig Bangkok, langs elektriciteitspalen vol spaghettislierten, geurende eetkraampjes op fietswielen, versierde altaartjes met bloemenkransen, met goud versierde tempels vol draken, leeuwen en strenge poortwachters en zwaaiende Thai. Want hoe goed we deze regio ook kennen, er is één ding veranderd sinds de laatste keer dat we hier waren. Er loopt een huppelende krullebol naast ons. En dat trekt een hoop aandacht. Gelukkig is de kleine meid de beroerdste niet en is ze binnen no-time met iedereen tikkertje (gewenst en ongewenst), kiekeboe en verstoppertje aan het spelen. De nieuwe wereld is een hindernisbaan met stoepjes, trappen, muurtjes die allemaal beklommen moeten worden. Haar nieuwsgierigheid blijft vragen afvuren. Met een glimlach van oor tot oor springt ze in de tuk-tuk en na een paar dagen eet ze alles met ons mee.

En net op het moment dat we ons te snel alweer thuis voelen worden we herinnerd dat dit niet een middagje winkelen in Schubbekutteveen is. Langs een trappetje in een parkje waar Zola speelt kronkelt met enorme snelheid een lange dunne groene slang van een meter langs ons, naast de vijver van een speeltuintje kruipt een enorme kreupele varaan richting het water, wordt er op straat een krokodil als een kebabje weggewerkt en staan we dus tijdens de moesson met onze enkels in het water een taxi te halen.

De eerste dagen gaan echt om in het ritme te komen. Jetlag verwerken (Zola sliep wel in het vliegtuig, wij niet. Wij zijn ‘s avonds bekaf, Zola na 01:00 nog steeds niet), tot rust komen, aan de hitte en luchtvochtigheid gewennen, rustig rondwandelen, niks hoeft, alles mag. Na 48 uur ontvluchten we de hectiek van Bangkok en nemen we de nachttrein naar de veel rustigere jungle-stad Chiang Mai. Hier zitten we een week in een heerlijk appartement met een dik zwembad en tropische tuin voor 25 eurie per nacht. Hier kunnen we wel aan wennen.